<

Het is goed om fouten te maken. Het hoeft niet perfect.

Berber Dijkstra - Docent beeldende vorming en CKV - Kollum

Lekker proberen en niet bij voorbaat roepen dat het niet lukt. Berber Dijkstra gaat met leerlingen graag de uitdaging aan ‘iets creatiefs’ van een opdracht te maken. Voor de docent beeldende vorming en CKV is het proces belangrijker dan het resultaat. Iets proberen dat verkeerd uitpakt, vindt ze geen enkel probleem. Integendeel. ,,Het is goed om fouten te maken. Het hoeft niet perfect.”

Sinds de zomer van 2019 is Berber Dijkstra werkzaam op het Lauwers College in Kollum. Twee dagen in de week is ze te vinden in de lokalen van de hagelnieuwe Campus voor hoofdzakelijk lessen beeldende vorming. CKV - culturele en kunstzinnige vorming - staat voor een tweetal uren op haar rooster.

Naast het Lauwers College is ze ook nog elders actief als docent. En dat is niet in een klaslokaal, maar in twee musea in Leeuwarden. In het Fries Museum en keramiekmuseum Princessehof begeleidt ze één dag per week diverse groepen. ,,Het zijn beide plekken waar ik zelf altijd heel graag kom”, aldus de liefhebber van beeldend werk. ,,Dat ik daarover mag vertellen, vind ik erg leuk.”

De rondleidingen vormden voor Berber Dijkstra de eerste schreden op het arbeidspad. Deze stappen maakte ze na het afronden van haar studie Docent Beeldende Kunst en Vormgeving aan de NHL in Leeuwarden. Dat ze niet meteen voor de klas kwam te staan, had te maken met een gebrek aan vertrouwen. ,,Ik twijfelde aan mezelf. Ben ik onderwijskundig wel goed genoeg om voor de klas te staan en dat vak uit te dragen, zo vroeg ik mij af.”

Het gevolg was dat ze eerst aan de slag ging bij het Fries Museum. Toch bleef het onderwijs kriebelen, ook door de contacten met de scholieren die over de museumvloer kwamen. De stap naar het klaslokaal werd daarna alsnog gemaakt waardoor sprake is van een mooie wisselwerking.

De combinatie levert heel veel voordelen op. Op beide plekken weet ik wat er gebeurt en ik weet hoe leerlingen zijn. Ik kan bijvoorbeeld het museum nu veel beter inlichten wat de scholieren nodig hebben. Daarbij is nog veel te winnen.

Bij musea wordt vooral ingezet op havo- en vwo-scholieren, weet Dijkstra uit ervaring. ,,De andere groepen blijven een beetje achter. Daarmee kun je zulke leuke gesprekken hebben. Ze zeggen wat ze denken. Dat levert hele leuke discussies op. Dat merk ik hier ook op school. Sommige leerlingen hebben gewoon het hart op de tong. Daar hou ik wel van. Ik ben zelf ook wel heel erg direct. Dan weten ze ook meteen wat ze aan mij hebben.”

Dat Berber Dijkstra uiteindelijk in het onderwijs terecht zou komen, was eigenlijk vrij logisch. ,,Op de basisschool wilde ik graag juf worden.” In die periode was ze ook al volop bezig met tekenen, schilderen en knutselen. ,,Ik ben dyslectisch en heb moeite met taal. Dus ben ik beeldend bezig en visueel ingesteld.” Tijdens het voortgezet onderwijs koos ze voor het profiel economie-maatschappij. Maar bij de lessen handvaardigheid en kunstgeschiedenis kwam de creatieve kant nadrukkelijk in haar boven.

Na het behalen van haar havo-diploma nam ze een sabbatical. ,,Ik was nog heel jong - zestien jaar. Het gaf mij de tijd en ruimte om goed na te denken wat ik nou eigenlijk wilde gaan doen. Als ik toen gelijk aan m’n studie was begonnen, was het waarschijnlijk heel anders gelopen”, zo lacht ze. Tijdens de sabbatical werden cursussen tekenen en schilderen gevolgd. Daar kwam tijdens de studie fotografie bij. ,,Dat vind ik ook heel interessant.”

Voordat Berber Dijkstra ruim vijf jaar geleden als docent bij het Lauwers College in dienst trad, was ze eerst als vervanger nog werkzaam op een aantal andere scholen. De start bij het LC was op de locatie in Grijpskerk. Daarna volgden Buitenpost - ook in combinatie met Grijpskerk - en vanaf dit cursusjaar Kollum. Op het Lauwers College bevalt het goed. ,,De school geeft ruimte om mijzelf te ontwikkelen als docent. Ik ben momenteel veel meer pedagogisch bezig en merk dat dit met stappen vooruit gaat.”

Van leerlingen verwacht ze onder meer dat ze zich de basistechnieken tekenen en handvaardigheid eigen maken. ,,Leerlingen moeten proberen het beste uit zichzelf halen en leren om creatief met dingen om te gaan. Dat is een proces dat met vallen en opstaan gaat. Het hoeft niet meteen perfect. Als het niet gelijk helemaal goed gaat, moet je gewoon gaan oefenen. Wanneer de leerlingen hard genoeg hebben gewerkt en inzet hebben getoond om er iets van te maken, dan worden ze daar zeker voor beloond.”

Van korfbal naar ijshockey: ik kan niet zonder sport

De sabbatical had naast de studieoriëntatie en het volgen van cursussen tekenen en schilderen nog een groot voordeel. Berber Dijkstra kon bij haar ontwikkeling op korfbalvlak enorme stappen maken. Dit betaalde zich later ook uit met opname in de selectie van toonaangevende clubs.

Korfbal nam altijd een zeer belangrijke plaats in. Op haar vijfde speelde ze de eerste wedstrijden bij het - toenmalige - Leeuwarder LKC Friso dat ruim een decennium later opging in Pallas ’08. Lang werd er niet bij Pallas gekorfbald. Het talent van Berber Dijkstra bleef niet onopgemerkt, waardoor ze op haar zestiende bij SCO (Oldeholtpade) belandde. Na een korte stop - vanwege studie - volgde een overstap naar LDODK uit Gorredijk/Terwispel.

Het werd in meerdere opzichten een gedenkwaardig avontuur bij de nationale topploeg uit het oosten van Friesland.

Ik was er nóg professioneler met de sport bezig. Het korfbalspelletje is zó leuk. Daarnaast ben je onderdeel van een team en is het een gemengde sport. Je speelt samen met jongens. Dat vond ik een hele verrijking

Een ernstige blessure - een afgescheurde achillespees - deed vier jaar geleden een lelijke streep door alle ambities halen. Na de revalidatieperiode bleek dat het herstel niet helemaal goed was gegaan. ,,Toen kwam ik voor de vraag te staan om opnieuw het revalidatieproces in te gaan of dat het welletjes was geweest en ik mij op andere dingen in het leven wilde focussen. Ik was inmiddels getrouwd en had ook een kinderwens.”

De keuze om te stoppen werd versneld door een zwangerschap. Berber Dijkstra werd moeder van een dochter. Omdat haar echtgenoot door de week vanwege z’n werk elders vertoeft, komt de opvoeding en verzorging van het kind helemaal alleen op haar schouders terecht. ,,Drie dagen werken is voor mij dan ook genoeg.”

Door de intensieve beoefening van de korfbalsport was er veelal weinig gelegenheid om andere dingen te doen. ,,Korfbal op niveau slokte heel veel tijd op. Drie keer in de week trainen plus een hele dag op pad met de groep voor bijvoorbeeld een wedstrijd in Koog aan de Zaan.” En dus heeft ze momenteel wel weer de mogelijkheid om naar het theater of een cabaretvoorstelling te gaan of een concert te bezoeken. ,,Dat laatste doe ik niet extreem. We zijn onder meer naar DI-RECT en Racoon geweest. Dat soort bandjes vind ik wel heel tof.”

Ondertussen heeft Berber Dijkstra ook al weer een sport opgepakt. Sinds januari wordt er geijshockeyd. ,,Mijn man speelt al dertig jaar ijshockey en we wonen vlakbij de ijshal in Leeuwarden. Bij het ijshockey ben ik weer onderdeel van een team. Dit keer zijn het alleen maar vrouwen; met hen kun je lief en leed delen. Dat heb ik wel gemist sinds ik met korfbal ben gestopt.”

Zorgen over een eventuele nieuwe blessure zijn er niet. ,,Ik heb geen vrees dat de achillespees het weer begeeft. Die angst heb ik achter mij gelaten.” Net als bij het korfbal knalt Berber Dijkstra er ook bij het ijshockey met volle overgave in. ,,Het fanatisme is wel gebleven, haha. Als ik sport, moet het maximale eruit worden gehaald. Dat blijft er toch wel wat in zitten…”