Lauwers College bezoekt NOT

“Wat is straks bruikbaar en haalbaar voor onze eigen school? Welke lesstof verwerk je wel en welke verwerk je niet beter met ict-ondersteuning?”

Bart van Overveld, docent Nederlands en mentor in havo vier bezocht vrijdag 28 januari met een aantal collega’s de NOT in de Jaarbeurs te Utrecht. Een grote onderwijsbeurs waar vele onderwijsgerelateerde bedrijven en organisaties zichzelf presenteerden: uitgeverijen (groot en klein) van lesmateriaal, ministerie van onderwijs, SLO, kennisnet, SOMtoday, onderwijscoöperaties, ict-aanbieders, et cetera et cetera.

“Het bezoek vond plaats in het kader van een onderzoek dat we voor de school doen naar de mogelijkheden van devices en content in het onderwijs. Daarbij inventariseren we wat er is, hoe ver verschillende partijen zijn, maar vooral: wat is straks bruikbaar en haalbaar voor onze eigen school? De vraag die zeker ook opportuun is: welke lesstof verwerk je wel en welke verwerk je niet beter met ict-ondersteuning?

Ik heb een viertal interessante lezingen gevolgd: ‘21st century skills, waarop moeten we onze leerlingen voorbereiden?’ ‘Hoe ict-vaardig moet een docent zijn?’ ‘Innoveren in leren van Noordhoff Uitgevers: hoe zorg je ervoor dat leerlingen voor zichzelf meer uit het onderwijs halen?’ en ‘Digitale geletterdheid in het onderwijs’.

Andere collega’s gingen juist praten met uitgeverijen over de vraag hoe ver men is met het ontwikkelen van bijvoorbeeld digitaal lesmateriaal. Kunnen docenten bijvoorbeeld invloed uitoefenen op het lesmateriaal en kunnen zij bijvoorbeeld de leerlijn beïnvloeden? Kun je de voortgang van individuele leerlingen volgen en hoe kun je interveniëren? Als straks leerlingen met lesmateriaal van vijf verschillende uitgevers werken, moeten ze dan vijf keer anders inloggen? Of wordt er (al) aan een portaal gewerkt?

Opvallend is dat met name het primaire onderwijs al veel verder is met de ontwikkelingen, maar dat binnen het VO nu ook steeds meer wordt gedaan. Veel staat nog in de kinderschoenen en ook uitgeverijen moeten nog heel veel tijd (en geld) steken in pilots. Want een nieuwe (digitale) methode moet wetenschappelijk onderbouwd zijn.

Het was ook heel opvallend, dat er veel enthousiaste mensen rond liepen die allemaal op zoek waren om ‘de ontwikkelingen’ het beste vorm te geven voor de situatie waarin de eigen school verkeert. Alle  scholen moeten ‘die manier’ zelf bepalen en uitvinden en dat maakt het tot een interessante queeste. Een van de slides die me het meeste is bijgebleven was die van de ‘Lessons learned’ van een scholenbestuur uit Groningen (PO en VO) waarin stond: Bestuur: geef middelen en tijd / Directeuren: durf te doen en faciliteer / Docenten (met lef): geef ze de ruimte om fouten te maken en geef ontwikkeltijd / Projectleiders: ondersteun de werkvloer bij het vertalen van bepaalde doelen naar lessen, leid je docenten op / en … last but not least: Zorg voor een goed werkende infrastructuur.

Dat was uit mijn hart gegrepen…”